Heb jij dat ook, dat je continu wilt groeien in je rol als coach? Zelf voel ik me vaak ‘Rupsje Nooitgenoeg’: ik duik in boeken, luister naar podcasts en volg trainingen. Dus toen ik de het programma van de leergang organisatiecoaching las was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Leren kijken door drie verschillende brillen naar organisatieontwikkeling leek me wel wat. Organisatiepsychologie was de eerste bril die ik zou opzetten, corporate antropologie de tweede en systeemdenken de laatste.
Eerlijk is eerlijk: ik aarzelde wel even. Vier modules van twee dagen: hoe stop ik dat in mijn agenda? En dan reken ik het leeswerk tussendoor niet mee. Maar… mijn behoefte aan ontwikkeling was sterker dan de aarzeling. Een telefoontje met één van de opleiders gaf me het vertrouwen dat de leergang ook geoefende teamcoaches nieuwe inzichten geeft, dus hop: ik schreef ik me in voor de leergang. En tjonge, ik ben blij dat ik heb meegedaan.
Nou leest dit misschien als een WC-eend-reclame: ik ben immers ook één van de teamcoaches van Breinkorf. Dus laat ik een paar van mijn inzichten met je delen, die je direct in je eigen praktijk kunt gebruiken. Dan kun je zelf inschatten of het smaakt naar meer.
- Kijk naar drie niveaus
Als teamcoach zoom je vaak in op het niveau van het team: wat doet die ene interventie met het team,
welk patroon hebben ze met elkaar als team? Als organisatiecoach is het juist handig om regelmatig van perspectief te wisselen: zoom in op individuele teamleden, of zoom juist uit naar het grotere organisatiesysteem. Welke invloed heeft jouw team-interventie op de organisatie? Welke patronen in de organisatie maken dat het team blijft vastlopen? Welke invloed heeft de leidinggevende op het teamsysteem? Uiteraard krijg je voldoende handvatten in de leergang om naar die verschillende niveaus te kijken.
- Er is niet één goede manier of juiste aanpak
In de leergang leer je allerlei manieren om een organisatie in beweging te brengen. Soms werkt de ene interventie beter dan de ander. De keus is aan jou: iedere interventie heeft zijn eigen impact.
Zelf vond ik dat in eerste instantie heel lastig en ongemakkelijk: hoe weet je dan of je het goed doet?
Als perfectionist wil ik dat natuurlijk wél! Totdat ik ook het geruststellende ervan inzag: je interventie brengt op de een of andere manier wel een beweging tot stand. Dat wordt goed zichtbaar in de laatste module, wanneer je aan de slag gaat met een actuele casus. Je ontwikkelt als organisatiecoach voor de casus een plan van aanpak en bedenkt een eerste interventie, die je vervolgens met de andere deelnemers van de leergang uitvoert. Je zou denken dat het saai wordt, al die aanpakken achter elkaar voor een en dezelfde casus. Ik was daar in ieder geval wel benauwd voor. Het tegendeel was het geval: iedere keer weer een eigen aanpak, ieder met zijn eigen kwaliteiten en stijl.
- Geef de gulle versie van je verschrikkelijke zelf
Houd je niet in en geef jezelf helemaal: niet alleen je kwaliteiten en kennis, maar ook bijvoorbeeld je emoties en ergernissen. Want je kunt er donder op zeggen: als jij ergens door geïrriteerd bent, zijn anderen dat ook. Als jij ergens van baalt, dan balen anderen ook. Wanneer je dat teruggeeft aan de groep, dan creëer je beweging. En over ‘jezelf’ gesproken: je kunt niet alleen je eigen kwaliteiten inzetten, maar ook de krachten en steunpunten van je familiesysteem. Een van de programmaonderdelen is daarom het in kaart brengen van je eigen persoonlijke genogram. Het mooie is: je kent je familiesysteem heel goed - en toch geeft dit onderdeel verrassende inzichten hoe je jouw systeem kunt benutten in je rol als team- en organisatiecoach.
Kortom: je gaat met deelnemers, begeleiders en gastsprekers aan de slag, leert van de ervaringen en inzichten van andere deelnemers en krijgt inzicht in je eigen kwaliteiten als organisatiecoach. Alles met als doel om teams in beweging te brengen en organisaties te vitaliseren.
Vragen aan Yolanda? Stuur haar dan een email!
