Herkenbare uitspraken van teamleden die vernieuwing in hun team niet zien gebeuren.
En dan? Wat werkt wel? Hoe help je nou teams op dat moment om hun patronen te doorbreken? Het antwoord is even verrassend als eenvoudig.
`Door teamleden te leren hun oordeel uit te stellen’.
Ik heb leren oordelen toen ik nog kind was. ‘Je mag wel op de stoel klimmen, maar niet op de tafel’. Mijn denken en doen baseer ik op oordelen en ik oefen oordelen bijna elk moment van de dag. Ons hele handelingsrepertoire is er grotendeels op gebaseerd en je oefent deze vaardigheid vaak. Tijdens examens, in gesprekken, bij belangrijke keuzes.
Er zijn drie niveaus van oordelen…
- Als ik iets nieuws tegenkom, beoordeel ik altijd eerst of en hoe deze informatie past binnen mijn bestaande kennis. Dit is de eerste vorm van oordelen. Die is er altijd. Onbewust. Ik vraag me dan af: herken ik het? Een praktijkvoorbeeld. Er is een leer-app in ontwikkeling die teams kan helpen om elke dag naar hun eigen aandeel te kijken in de verandering. Dit is nieuw voor mij. Ik vraag me af: waar kan ik het mee vergelijken? Hoe werkt het?
- Op het tweede niveau van oordelen beslis ik of ik de info die ik heb binnengelaten nader ga verkennen of niet. Ik verken het nieuwe idee, ik denk het door en schat de gevolgen in. Zou deze app wat voor mij kunnen zijn om in te zetten tijdens een teamcoach traject? Wie zouden het kunnen gebruiken? Wat kost het? Wat is de toegevoegde waarde? En wat zegt het over Breinkorf als we klanten zo’n instrument aanbieden?
- Het derde niveau van oordelen is de besluitvorming na de verkenning van het idee.
Ik kies ervoor of wijs het af. ‘Nu ik het goed heb bekeken, denk ik dat we er nog te weinig teams mee kunnen ondersteunen. Of ‘Het lijkt me een prima toevoeging in een traject voor management teams, ik vraag aan het bureau om een ontwerp te maken.’
Vaak komen nieuwe ideeën niet in de derde fase terecht. Al eerder afgeschoten…
Hoe komt dat nou? Omdat vernieuwende ideeën per definitie niet in jouw en mijn bestaande denkpatronen passen! Onze hersenen hebben gewoon tijd nodig om aan een nieuw idee te wennen. Het idee moet een zich een plek verwerven in het denksysteem.
Dat maakt dat ik vaak te snel oordeel. Om verstandig met nieuwe ideeën van anderen en mezelf om te gaan heb ik een nieuwe vaardigheid moeten ontwikkelen “uitstel van oordeel”.
Dat betekent dat het niet nodig is dat ik het idee volledig snap. De kunst is dat ik open blijf staan om het idee te aanvaarden met uitstel van oordeel. Ook al past het idee niet direct in een vakje. Daarmee ontstaat er ruimte en kan het ideepotentieel zich ontwikkelen. Dat kost niet veel tijd, het gaat om mijn houding.
Hoe werkt dit praktisch?
1. Wat wordt er bedoeld? Wat is het idee? | Openen | |
2. Aanvaard deze nieuwe gedachte | Aanvaarden | |
3. Verken de kansen die het idee geeft | Verkennen | |
4. Beoordeel wat je ermee gaat doen | Oordelen |
Uitstel van oordeel is geen afstel van oordeel. In elk ontwikkelproces hoort een expliciete fase van uitstel van oordeel. Na het verkennen van het potentieel kunnen ideeën worden beoordeeld.
Uitstel van oordeel heeft me geholpen om zakelijk meer open te staan voor andere visies en voor andere culturen. Ik ben geduldiger en beter in staat om teams de ruimte te geven die ze op dat moment nodig hebben. Ik ben daardoor minder aan het overtuigen en meer aan het onderzoeken. Dit is leuk en heel uitdagend om ook met de teamleden uit te proberen. En de kans dat patronen in teams worden doorbroken blijkt dan opeens een stuk