Breinkorf blogt.

Een beestenboel op de werkvloer

Laatst woonden we een lezing bij van Key-note speaker Patrick van Veen. Wellicht bij jullie bekend als bioloog en gedrag expert die parallellen trekt tussen sociaal gedrag van apen en dat van mensen. Een Frans de Waal zeg maar, met boektitels als: “Help mijn baas is een aap!” en “Dierbare collega’s. Apenstreken op de werkvloer”. Een geweldige manier om via de indirecte spiegel van de apen ons direct te spiegelen over ons eigen gedrag en interacties op de werkvloer.

We vonden het boeiend, dat naast de hiërarchie van alfa mannetje er een parallel systeem bestaat van een alfa vrouwtje. Met het alfa vrouwtje werd het volgende experiment gedaan. Voor de apenkooi werd op een lange plank op wielen voedsel aangeboden, druiven. Daar zijn ze gek op. Het alfa vrouwtje had vrijwel direct door, dat ze deze klus beter niet alleen kon doen. Ze trommelt daarom een ander collega vrouwtje op, om samen en synchroon aan de touwtjes te trekken die aan beide uiteinden van de plank zaten bevestigd. Ze trokken door, tot ze bij de druiven konden. Dit proces herhaalde zich een aantal keer, waarbij de onderzoekers, openlijk en bloot elke keer aan één kant van de plank een druif extra neerlegden. Een openlijke scheve, ongelijke beloning zeg maar. Bij een verschil van drie druiven doet de alfa vrouw ineens niet meer mee. Ze staakt de samenwerking. Maar: als er een andere collega Aap naast haar komt zitten om mee samen te werken, kan dit verschil in druiven wel oplopen tot acht, voordat ze opnieuw haar coöperatie staakt.

Interessant hè? Wat vind jij hiervan? Welke betekenis geef jij hieraan?

Wij kwamen op het volgende: we weten dat oplossingen en de uitdagingen in teams en organisaties niet alleen zitten in systeemveranderingen, regelgeving, protocollen of procedures maar ook in gedrag en interacties. In dit experiment wordt heel duidelijk hoe belangrijk de kwaliteit van de betrekking en de relatie is in de samenwerking. Laat dit – de kwaliteit van de betrekking en relatie - nou nét het onderwerp zijn waarover volgens ons tegenwoordig in veel organisaties niet of weinig openlijk wordt gesproken.

En nu vragen we ons af: zou het zo kunnen zijn dat juist dit soort organisaties, waar de kwaliteit van de relatie geen expliciet gespreksonderwerp is, een grotere kans lopen om issues te ontwikkelen met ongewenst-, grensoverschrijdend gedrag en psychologische- en sociale onveiligheid?

Dit thema is maatschappelijk en ook in training- en (team)coach land een hot item. Pestkop, apenkop, apenrots, zondebok of zwarte schaap fenomeen: allemaal apen- of beestenstreken op de werkvloer.

Als teamcoach krijgen we dan de vraag om een team te begeleiden en het gedoe te helpen oplossen, of een cultuuronderzoek te doen naar de bronnen van ontevredenheid of onveiligheid. In de gesprekken die wij vervolgens voeren, horen we vaak; ‘we praten hier over elkaar, niet met elkaar’. Zijn we tegenwoordig in organisaties zo georganiseerd met bovenstroomse maatregelen en veilig anonieme meldingen dat we het (lastige) gesprek naar een ander (vertrouwenspersoon, externe) kunnen verschuiven, het goede gesprek met elkaar kunnen vermijden en elkaar steeds meer en langer kunnen ontlopen? En zo ja, wat doet dat met de ontwikkeling van de competenties om het goede of lastige gesprek aan te gaan? En om nog maar te zwijgen over het ontwikkelen van onderhandelings- en conflictvaardigheden? En wat is het effect ervan op de betrekking en de kwaliteit van de relaties met collega’s op de werkvloer?

Wij puzzelen momenteel actief en nieuwsgierig op de samenhang tussen sociale onveiligheid, bovenstroommaatregelen en kwaliteit van de betrekking. En zijn daarom reuze benieuwd naar jullie reacties op bovengenoemde vragen, jullie waarnemingen in organisaties en jullie hypotheses. Laat het ons weten info@breinkorf.nl - in ons volgende blog over twee weken komen we terug op dit onderwerp.