Het is een misverstand te denken dat er sprake is van een veilig leer- en werkklimaat als er geen incidenten zijn dan wel dat er adequaat wordt ingegrepen wanneer deze zich onverhoopt voordoen. Een incident – zoals een storm in ons meteorologische klimaat – komt doorgaans bij hoge uitzondering voor. De staat van het klimaat – ook als het gaat om het leer- en werkklimaat – wordt niet gekenmerkt door de uitwassen, maar door de vraag of ‘Hoe willen wij in onze organisatie met elkaar omgaan’ af en toe onderwerp van gesprek is.
In een organisatie zijn mensen voortdurend met elkaar in de weer, ze werken samen, wisselen ideeën uit, discussiëren en ja, soms kan het stormen. Daarnaast kan de afhankelijkheidsrelatie tussen leidinggevende en medewerker het gevoel van veiligheid onder druk zetten; het kan van ‘in gesprek gaan’ een flinke omgangsverkeersdrempel maken. In beide gevallen is een situatie nog niet onveilig.
Cruciaal is: ga (of blijf) in gesprek. Twee voorbeelden die het belang hiervan illustreren:
Laatst beklaagde een kennis zich bij mij dat zijn teamleider naar de stagiaire vaak zo ‘vierkant’ en respectloos communiceert. ‘Heb je hem erop geattendeerd’ vroeg ik. Toen gingen de sluizen open met een potpourri aan opmerkingen als ‘Ach, wie ben ik’, ‘Laat ik me er niet mee bemoeien’ en ‘Je zult zien dat het als een boemerang naar mij terugkomt’. Met als gevolg: hij ging het gesprek niet aan, maar bleef ondertussen wel zijn negatieve oordelen voeden over die teamleider. Dit ‘Ach, wie ben ik?’ tracht zich te vermommen als ‘Ik ben bescheiden’ en ‘Ik ken mijn plek’, maar is feitelijk een veronachtzaming van je verantwoordelijkheid als teamlid, om je uit te spreken als je het team een dienst kan bewijzen of ergens voor kunt behoeden. Je moet er niet aan denken dat een co-piloot of operatie-assistent last heeft van het ‘Ach, wie ben ik’ virus, met alle gevolgen van dien.
Hetzelfde appèl werkt ook de andere kant op: van leidinggevende naar medewerker. Onlangs gaf een manager in een training aan dat ze huiverig was om haar medewerkers aan te spreken op het halen van hun deadlines. ‘Dat leidt alleen maar tot extra druk en spanning’ zei ze. Twee maanden eerder had ze wel de moed had opgevat om een teamlid aan te spreken, maar die was met ‘Vervelend dat je dit zegt; dit voelt niet veilig’ uit het gesprek weggelopen. ‘Tja, daar heb ik van geleerd’ verzuchtte de manager ‘Ik moet mijn medewerkers zo gemotiveerd mogelijk zien te houden’. Iemand aanspreken op een gemaakte afspraak, kwaliteit of tijdigheid van een oplevering, is de normaalste zaak van de wereld. Betrokkene kan dat onprettig vinden – de spiegel laat je iets zien wat je niet bevalt – maar met veiligheid heeft dit niets van doen. Het wordt pas onveilig voor medewerkers als je als manager de ene keer iemand met onderpresteren laat wegkomen en een andere keer de wind van voren geeft; dán ben je onvoorspelbaar, dán voed je onveiligheid in de onderlinge verhoudingen.
En ‘Ach, wie ben ik?’ is snel beantwoord: jij bent iemand die op dit thema een verschil kan maken, mits je erover in gesprek gaat en blijft.
Als je wilt weten hoe je zo’n gesprek kan vormgeven kom je naar onze special op woensdag 5 juni van 13 tot 17 uur. Aanmelden